menu

Hoeveel jaren voor 3 april 33 was Jezus Christus geboren?

Florian Rieß (1880): Sterfdatum Christus 3 april 33

Mede als reactie hierop onderzocht F. Rieß de chronologie van het leven van Christus vanuit zeer uiteenlopende vraagstellingen. Hij ontdekte daarbij "die Würde und Einfachheit der altkirchlichen Überlieferungen, die in den Grundbau der christlichen Zeitrechnung aufgenommen ist" (1883, S, 112).

Op grond van origineel historisch en astronomisch onderzoek kon hij de sterfdag dateren: het was de zesde dag van de Joodse week, op de 14de dag van de maand Nisan (volgens de Joodse wetten) - op 15 Nisan vanuit een andere telmethode - in het jaar 786 ab Urbe condita (vanaf de stichting van Rome). Omgerekend in de Juliaanse jaartelling: op vrijdag 3 april 33.

De Juliaanse kalender rekent met zonnejaren, het nieuwe zonnejaar begint op 1 januari te middernacht en heeft (meestal) 365 dagen. 3 april was de derde dag van de vierde maand van de Juliaanse kalender.

De overgang van het jaar 1999 naar het jaar 2000 was aanleiding tot vragen over het begin van onze jaartelling en ook de vraag naar het geboorte- en sterfjaar van Jezus. Over het sterfjaar is intussen veel bekend geworden. Alle overleveringen geven aan dat Christus op de dag voor de sabbat, op de zesde dag van de Joodse week, op een vrijdag, gestorven is. Het was in de maand Nisan, de voorjaarsmaand waarin de Exodus uit Egypte gevierd wordt. Eeuwenlang was er discussie of de sterfdag op de voorbereidingsdag voor het Joodse Paasfeest had plaastgevonden, bij het slachten van de lammeren op 14 Nisan, of op 15 Nisan? Kennis van de toenmalige Joodse kalenders en afspraken over feestdata is nodig om zo´n vraag te kunnen beantwoorden. Sinds de Exodus zijn 14 en 15 Nisan belangrijke feestdagen, op deze dagen is de maan (ongeveer) vol.

In de tijd dat Christus leefde, begon de Joodse nieuwe maand na zonsondergang, op die dag wanneer de maan alweer begonnen was te wassen en de eerste avondsikkel verscheen. Twee weken later ziet de maan er vol uit. In elke maand van de maanjaar-kalender is de maan op de 14de en 15de dag (ongeveer) vol.

De maand Nisan was de eerste maand van het nieuwe religieuze maanjaar. Een maanjaar had 12 of 13 maan-maanden. De nieuwjaarsdag 1 Nisan kon vroeger of later in de lente plaatsvinden, die was toen ongeveer tussen 14 maart en 8 april.

Uit het astronomisch onderzoek van Florian Rieß bleek: Op vrijdag 3 april 33 was de maan vol. In die tijd vroeg dat enorm veel rekenwerk. Moderne programma´s laten zien dat deze volle maan gedeeltelijk verduisterd opkwam. Tijdens de verrijzenis op zondag 5 april 33 was de maan afnemend. Later werd bij het bepalen van de Paasdatum ervoor gezorgd dat de maan op Paaszondagochtend altijd een afnemende maan is.

Volgens Johannes de Evangelist en Paulus stierf Christus op 14 Nisan als offerlam aan het kruis, terwijl in de tempel voor het komende Paasfeest lammeren werden geofferd. Volgens de Joodse wetten begon dat jaar 14 Nisan op donderdagavond. Op vrijdagavond, na het overlijden, begon 15 Nisan en begon in dat jaar tevens de sabbat, de rustdag.

Voor de drie andere evangelisten was 14 Nisan een dag vroeger en stierf Christus op 15 Nisan.

Jaarlijks offerden de Joden op 16 Nisan een bundel vers gesneden gerst in de tempel. De eerste maand van het nieuwe religieuze jaar, de maand Nisan, kon niet beginnen wanneer het ernaar uitzag dat twee weken later de gerst nog niet melkrijp zou zijn. Het afgelopen kalenderjaar van 12 maan-maanden kreeg dan een extra maand van 30 dagen erbij. Uitgaand van de Juliaanse zonnejaarkalender was de gerst meestal begin april voldoende melkrijp. In het sterfjaar van Christus was 16 Nisan 12 maand-maanden na het vorige gerstfeest, het jaar ervoor had geen schrikkelmaand erbij gekregen. De naam Nisan betekent "het snijden van de gersten". Volgens de Joodse wetten vond de verrijzenis op op 16 Nisan, dat jaar op de eerste dag van de nieuwe week, plaats.

De zondag na de Paasvollemaan, na de eerste vollemaan in de lente, werd eeuwen later tot de officiële Christelijke Paaszondag.

In de tijd van Florian Rieß gingen veel mensen op grond van getallenmystiek ervan uit dat Christus op 25 maart gestorven zou zijn.

Toch veel eerder gestorven dan in het jaar 33?

Emil Schürer en veel andere protestante Duitse theologen gingen uit van het jaar 4 v. Chr. (-3) als sterfjaar van koning Herodes. Ofwel: Jezus zou in 4 v. Chr. of nog vroeger geboren zijn. Uitgaand van de sterfdatum 3 april 33 zou Jezus bij zo´n vroege geboorte echter meer dan 37 jaar geleefd hebben! Voor veel theologen klopt dit niet. Volgens kerkelijke overleveringen had Jezus Christus 33 jaar en ruim 3 maanden geleefd.

Sinds de publicatie van Florian Rieß werd er veel nieuwe historisch, astronomisch en ook nieuw kerkelijk tegenonderzoek verricht. Er werd intensief gezocht naar een vroegere sterfdatum om alsnog een geboorte in het jaar 4 v. Chr., of nog langer voor het begin van de Christelijke jaartelling, te kunnen "bewijzen".

De datum 7 april 30 werd voor de experts tot enig mogelijke alternatieve sterfdatum. Alle andere sterfdatum vielen af. Sommige waren niet op een vrijdag, andere niet omstreeks volle maan, andere vielen te vroeg in het jaar en andere pasten niet met historische en theologische feiten.

In recent onderzoek wordt steeds vaker 3 april 33 als de sterfdatum genoemd, met name in de Engelstalige literatuur. Over de geboortedatum is echter nog steeds geen consensus ontstaan.

Florian Rieß: geboortedatum eind 752 aUc,
vermoedelijk op 25 december -1 (astronomiche telling),
2 v. Chr. (historische telling)

Volgens Florian Rieß was de geboortedatum waarschijnlijk eind 752 a.U.c. (misschien begin 753 aUc). In aansluitening op de kerkelijke traditie vermoedde hij 25 december 752 aUc, op de donkerste dagen in het jaar 2 v. Chr.

De eerste verjaardag was eind 753 aUc / eind 1 v. Chr. Op 31 december 1 v. Chr. volgt de dag 1 januari in het jaar 1 na Christus. Op 1 januari 754 aUc, op onze 1-1-1, had Jezus ruim een zonnejaar geleefd. (De historische jaartelling heeft geen jaar 0.)

Bij de vraag naar de datum van de geboorte is het sterfjaar van Herodes, de maand van overlijden, een belangrijk gegeven. Koning Herodes stierf nadat het Jezuskind uit het Mattheusevangelie geboren was.

De theorie van veel Duitse theologen, o.a. Emil Schürer, bouwde voort op een astronomische berekening van de beroemde Duitser Johannes Kepler (1571 – 1630). De maansverduistering kort voor het overlijden van Herodes, die de historicus Flavius Josephus beschreven had, zou volgens Kepler in 4 v. Chr. hebben plaatsgevonden. Huidige rekentechnieken tonen aan dat de volle maan op 13 maart 4 v. Chr. (astr. -3) na middernacht wel in de bijschaduw van de aarde trad, maar nauwelijks in de kernschaduw van de aarde. De volle maan zag er grauw uit, er ontbrak "een klein hapje". Het is zeer onwaarschijnlijk dat een Joodse historicus decennia later aan zo´n onopvallend fenomeen na middernacht aandacht zou hebben geschonken.

Volgens Florian Rieß vond de gezochte maansverduistering bijna drie jaar later plaats. In de nacht van 9 op 10 januari in het jaar 1 v. Chr. (astronomisch in het jaar 0) was er een indrukwekkende vol verduisterde maan hoog aan de zuidelijke hemel geweest..

Volgens Florian Rieß vond de geboorte eerder voor het overlijden van Herodes plaats, namelijk eind 2 v. Chr. De periode tussen geboorte en dood is in de beschouwing van Florian Rieß 33 jaar en ruim drie maanden (van 25.12.752 tot 3.4.786 aUc).

Literatuur van Florian Rieß

Florian Rieß: Das Geburtsjahr Christi: ein chronologischer Versuch mit einem Synchronismus über die Fülle der Zeiten, und zwölf mathematischen Beilagen Freiburg, 1880, Herder'sche Verlagshandlung

De twee boeken van Florian Rieß uit 1880 en 1883 worden in oudere literatuur vermeld, maar worden nauwelijks in Engelstalige literatuur geciteerd. De boeken zijn enkel en alleen in Gothische letters te verkrijgen.

Voor chronologisch onderzoek is het van belang dat deze boeken ook in het Engels verschijnen. Ze bieden immers een goudmijn aan historische en theologische feiten en visies die in moderne literatuur ontbreken. Hij beschreef bijv. deze zienswijze uit het begin van de vierde eeuw (1880, pag 132). "In Folge göttlicher Anordnung" geschiedde de offerdood van Christus op de dag Luna XIV, ongeveer de dag waarop de maan begint af te nemen. Christus, het licht van de wereld, verhoudt zich tot het oude Verbond, zoals de zon tot de maan.

Deze pdf kan aldaar gedownload worden (22 MB).

Dionysius Exiguus: de jaren vanaf de incarnatie

Het geboorteverhaal in het Lucasevangelie en en in het Mattheüsevangelie zijn zeer verschillend. Bij chronologisch onderzoek naar de geboortedatum duiken vele ongerijmdheden op.

Onderzoek naar de geboortedatum vooronderstelt ook kennis van de Christelijke jaartelling, het werk van Dionysius Exiguus. Hij telde de jaren vanaf de incarnatie van Jezus. Hij deed dit zonder expliciet aan te geven in welk jaar en op welke datum deze had plaatsgevonden. Eeuwenlang bestond het vooroordeel dat de geboorte van Jezus in het jaar 754 aUc (1 na Chr.) had plaatsgevonden. Florian Rieß toonde aan dat dat niet waar kan zijn.

De monnik die in Rome leefde, een goede vertaler van Griekse teksten was en met de geschiedenis van de Alexandrijnse Paasdatumberekening vertrouwd was, kon ook goed omgaan met reeksen getallen. Had hij voortbouwend op het werk van zijn voorgangers de incarnatie van Jezus op de feestdag van de aankondiging aan Maria (25 maart) laten plaatsvinden? Was deze 25 maart in het jaar 752 aUc (2 v. Chr.)? Of bijv. op 14 Nisan in dat jaar?

Volgens Florian Rieß had de monnik op grond van kerkelijke tradities voor de incarnatie de dag 25 maart gerekend. Deze lentedag valt omstreeks het begin van het kerkelijk jaar dat met Luna XIV, met de Paasvollemaan, begint. Negen maanden na de incarnatiedag volgde de geboorte. Uitgaand van 25 maart 2 v. Chr. als de dag van de aankondiging en 25 december 2 v. Chr. als geboortedatum had Christus omstreeks de eerste lentevollemaan in het jaar 33 (3 april) inderdaad 33 jaar en ruim drie maanden geleefd.

In de tijd van Dionysius Exiguus werd nog niet met negatieve getallen gerekend en ook niet met het getal 0. Latijnse getallen zijn wel geschikt voor optellen, maar niet voor vermenigvuldigen of delen. Dionysius Exiguus had als taak het opstellen van een lijst van Paasdata. Hiervoor rekende hij met kerkelijke jaren, die met de Paasvollemaan, Luna 14, de Roomse variant van de Joodse 14 Nisan, begonnen. Via bestaande cycli berekende hij de Luna XIV, een dag met (bijna) volle maan, een dag in de eerste lentemaand dat in zijn tijd officieel op 21 maart begon. Het Juliaanse kalenderjaar begon op 1 januari, volgens Florian Rieß ongeveer 9 maanden later. Hoe hij het kerkelijke Paasjaar relateerde aan het Juliaanse kalender is extra ingewikkeld omdat Dionysius Exiguus met bestaande maantabellen uit Alexandrië, een stad in Egypte, rekende. Hij moest de data van de Egyptische jaarkalender vertalen naar de jaren van het tijdperk van de Roomse keizer Diocletianus, die op 29 augustus begon, als naar de Juliaanse kalenderjaren. De Egyptische kalender heeft een andere maand-indeling dan de juliaanse.

Dionysius Exiguus moest bij het berekenen van de Paasdata veel keuzes maken. Er is een geschreven toelichting overleverd. Deze wekte de indruk op dat hij uit was gegaan van een getallen-mystiek die vanaf de tweede eeuw na Chr. intensief werd beoefend. De keuze van 25 maart, de aankondigingsdag, tot sterfdag was een bron van veel verwarring. Pas eeuwen later / voor 1880? werd ontdekt dat slechts een gedeelte van die toelichting inderdaad door hem geschreven is.

Volgens Florian Rieß baseerde Dionysius Exiguus zich op de kerktraditie, op overleveringen van de apostelen en bisschoppen.

Home · contact · Een Klaar Zicht © 1995 - 2024